De contrabas is een imposant instrument. Hij is groot! Je kunt hem niet missen op het podium of in de concertzaal want hij torent overal bovenuit.
Het is een instrument dat als het ware “leeft”. Tijdens het bespelen voel je hem tegen je lichaam aan vibreren. Dat is logisch want er zitten hele lange snaren op die onder een behoorlijke spanning staan.

Hij knort, brult, bromt, kan magische klanken voortbrengen in het lage register. De contrabas wordt bijvoorbeeld vaak ingezet bij filmmuziek: wanneer het heel spannend word.
Maar de contrabas kan ook heel mooi klinken wanneer hij in de hoge of lage registers wordt bespeeld: in bijvoorbeeld een mooie Mahler-symphonie, in kamermuziek en soloconcerten.
Je komt de contrabas in heel veel verschillende muziekstijlen tegen: symphonie- en harmoniemuziek, kamermuziek, salonmuziek, tango, fado, country, jazz, bigband, klezmer, rockabilly... en tegenwoordig zie je hem ook vaak in de popmuziek.

Speelstijlen zijn oa: strijken (arco), plukken (pizzicato), slappen (rockabilly). Het slappen op de basgitaar komt eigenlijk van het slappen op de contrabas: dat deed men namelijk al lang voordat de basgitaar was uitgevonden.
Vroeger werd de contrabas uitgerust met darmsnaren en die zijn bij veel jazzbassisten weer helemaal in. Voor klassieke soloconcerten worden vaak weer speciale solosnaren gebruikt.
Bekende bassisten uit de jazzgeschiedenis waren Willie Dixon, Pops Foster, Paul Chambers, Ray Brown en Niels Henning Orsted Pedersen. Klassieke bassisten van grote naam waren o.a. Serge Koussevitzky en Gary Karr.

De aanschaf van een contrabas is vrij prijzig, maar gelukkig kun je bij verschillende contrabasbouwers voor een billijke prijs een goed instrument huren. Ook is een huurkoop- constructie mogelijk.
Ik kan je eventueel begeleiden bij het uitzoeken van een geschikt instrument.